Ga naar Jezus.
“Daarna zei de HEERE tegen Noach: Ga in de ark, u en heel uw gezin, want Ik heb gezien dat u te midden van uw tijdgenoten voor Mijn aangezicht rechtvaardig bent.” (Genesis 7:1 HSV)
“Toen ging Lot naar buiten en sprak tot zijn schoonzonen, die zijn dochters tot vrouw zouden nemen, en zei: Sta op! Ga naar buiten, uit deze plaats! Want de HEERE gaat deze stad te gronde richten. Maar hij was in de ogen van zijn schoonzonen als iemand die grappen maakte.” (Genesis 19:14 HSV)
“Toen ook heel het land Egypte honger kreeg, schreeuwde het volk bij de farao om brood, en de farao zei tegen alle Egyptenaren: Ga naar Jozef en doe wat hij u zegt.” (Genesis 41:55 HSV)
“Maak haast, ga naar mijn vader en zeg tegen hem: Dit zegt uw zoon Jozef: God heeft mij tot heer over heel Egypte aangesteld; kom naar mij toe, wacht er niet mee.” (Genesis 45:9 HSV)
“Zie, Ik heb het land aan u gegeven; ga het binnen en neem het land in bezit waarvan de HEERE uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft dat Hij het hun en hun nageslacht na hen geven zou.” (Deuteronomium 1:8 HSV)
“Mijn dienaar Mozes is gestorven. Nu dan, sta op, steek deze Jordaan over, u en heel dit volk, naar het land dat Ik aan hen, de Israëlieten, ga geven.” (Jozua 1:2 HSV)
Ga, en trek de wereld in.
“Sta op, ga het land door in zijn lengte en in zijn breedte, want Ik zal het u geven.” (Genesis 13:17 HSV)
“Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.” (Mattheüs 28:19 HSV)
“En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.” (Markus 16:15 HSV)
“Maar Hij zei tegen de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede!” (Lukas 7:50 HSV)
“Hij zei tegen haar: Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede!” (Lukas 8:48 HSV)
“Maar Jezus zei tegen hem: Laat de doden hun doden begraven, maar u, ga heen en verkondig het Koninkrijk van God.” (Lukas 9:60 HSV)
“En hij zei: Degene die hem barmhartigheid bewezen heeft. Jezus zei tegen hem: Ga heen en doet u evenzo.” (Lukas 10:37 HSV)
“En die dienaar kwam terug en berichtte deze dingen aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes boos en zei tegen zijn dienaar: Ga er snel op uit naar de straten en stegen van de stad en breng de armen en verminkten en kreupelen en blinden hier binnen. En de dienaar zei: Heer, het is gebeurd, zoals u bevolen hebt en nog is er plaats. En de heer zei tegen de dienaar: Ga eropuit naar de landwegen en heggen en dwing hen binnen te komen, opdat mijn huis vol wordt. Want ik zeg u dat niemand van die mannen die genodigd waren, mijn maaltijd proeven zal.” (Lukas 14:21-24 HSV)
“En Hij zei tegen hem: Sta op en ga heen. Uw geloof heeft u behouden.” (Lukas 17:19 HSV)
“En een engel van de Heere sprak tot Filippus en zei: Sta op en ga naar het zuiden, de weg op die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, die eenzaam is. En hij stond op en ging op weg; en zie, een Ethiopiër, een kamerheer en een machtig heer van de kandakè, de koningin van de Ethiopiërs, die heel haar schatkist beheerde en gekomen was om in Jeruzalem te aanbidden, keerde terug, en hij zat op zijn wagen en las de profeet Jesaja. En de Geest zei tegen Filippus: Ga ernaartoe en voeg u bij deze wagen.” (Handelingen 8:26-29 HSV)
“En de Heere zei tegen hem: Sta op en ga naar de straat die de Rechte genoemd wordt, en vraag in het huis van Judas naar iemand van wie de naam Saulus is, uit Tarsus, want zie, hij bidt,” (Handelingen 9:11 HSV)
“Maar de Heere zei tegen hem: Ga, want deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten.” (Handelingen 9:15 HSV)
Bovenstaande teksten zijn niet alle teksten die naar dit onderwerp verwijzen.