“Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” Joh.14:6
“Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus.” 1Cor.3:11

Arenda haar getuigenis

Een Getuigenis, de openbaring van God aan ons mensen.
Zo staat het (o.a.) omschreven wanneer ik het woord getuigenis in google opzoek.
Met dank aan de HEERE, heb ik in mijn leven genoeg meegemaakt waarin ik kan getuigen van wie God is voor mij en voor jou. Een God van Genade en onvoorwaardelijke liefde. Maar nooit zou ik samen met alle getuigenissen van christenen om mij heen de grootheid van God kunnen weergeven. God is altijd groter en machtiger dan wij kunnen uitdrukken in woorden. En ons écht omgeven in Zijn heerlijkheid kan hier op deze aarde ook niet, want dat zullen we niet overleven.

In Exodus 33 zegt Mozes tegen God: Toon mij toch Uw heerlijkheid! En God wil zich ontfermen over Mozes (en ons mensen).  Verder zegt God: U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven. We mogen ons blijven uitstrekken naar dat wat komen gaat, voor eeuwig aanwezig in Zijn Heerlijkheid.

Bij het voorbereiden van dit stuk kwam ik in het lezen van Gods woord op een tekst in 1 Johannes.
“Als wij het getuigenis van de mensen aannemen, het getuigenis van God is groter; want dit is het getuigenis van God dat Hij van Zijn Zoon getuigd heeft.” (1 Johannes 5:9 HSV)
Amén! Dacht ik.. dat is nu precies wat ik probeer uit te dragen.. hoewel mijn verhaal vast indrukwekkend zou kunnen zijn, het valt in het niets bij wie God is.

Als we verder lezen.
“10 Wie gelooft in de Zoon van God, heeft het getuigenis in zichzelf; wie God niet gelooft, heeft Hem tot leugenaar gemaakt, omdat hij niet geloofd heeft het getuigenis dat God van Zijn Zoon getuigd heeft. 11  En dit is het getuigenis, namelijk dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft; en dit leven is in Zijn Zoon. 12  Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. 13  Deze dingen heb ik geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God.” (1 Johannes 5:10-13 HSV)

In de periode dat ik diep gezonken was in de macht van anorexia durfde ik het gebed wat Jezus ons leert in Mattheüs 6 niet te bidden. ….Geef ons heden ons dagelijks brood.

Wat als God me dat écht zou geven? En ik wilde niet eten.
Ik herinner me dat er in die tijd één keer een moment was dat ik het zong, en dat mijn moeder dit ontroerde.
God heeft me genezing gegeven, lichamelijk en geestelijk. En elke dag mag ik nog meer ontdekken en ervaren dat Hij me Zijn vrijheid wil geven.

Deze zomer heb ik een bijzondere droom van God ontvangen die ik jullie wil delen.

Herman en ik hadden het erg warm in ons vakantie chalet en zijn daarom van de slaapkamer verhuist naar de bank in de huiskamer. Het was een hoekbank en ik bedacht dat Herman dan wel op het lange stuk kon liggen en ik in een soort van foetus houding op het hoekgedeelte (als het ware aan Hermans voeten) en weet je wat ik droomde! Ik droomde over Ruth (dat was ik in mijn droom) die aan de voeten van Boaz (Herman in mijn droom) lag en dat Boaz met haar trouwde. Er was een enorm groot goud korenveld en Boaz (Herman) ging toen lekker brood voor ons maken.
Ik was onder de indruk van de droom. Inmiddels geniet ik van brood die we momenteel thuis ook zelf bakken in de broodbakmachine (hoewel in het genieten nog wel meer vrijheid in mag komen, volkomen vrijheid daar mogen we ons naar uit blijven strekken) en bid ik met heel mijn hart de woorden van het onze Vader.
Nu zie ik ook in dat dagelijks brood niet alleen aards voedsel is maar zeker ook geestelijk voedsel. En in dat korenrijke veld van in de droom ervoer ik dat God tegen mij wilde zeggen “Arenda, ik voorzie Herman en jou van rijkelijk voedsel door Mijn Woord. Vertrouw maar op Mij”

Tot slot wil ik graag eindigen met een tekst uit 1 Korinthe 4: 3-4.
3 Maar het betekent zeer weinig voor mij dat ik door u beoordeeld word of door enig menselijk oordeel. Ja, ik beoordeel ook mijzelf niet. 4  Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik nog niet gerechtvaardigd. Wie mij echter beoordeelt, is de Heere.” (1 Corinthiërs 4:3-4 HSV)

Wanneer ben je écht vrij? Dat was een verkondiging die ik las in een boekje met preken toen ik bij een vriendin op bezoek was. En de preek tekst kwam uit 1 Korinthe 4.
Vrijheid, die jij en ik mogen ontvangen van God en dat we écht helemaal onszelf mogen zijn. Zonder prestatie, werkdruk, van de ene hype naar de andere, te vliegen van hot naar her om niets te willen missen, bang voor de mening en het oordeel van anderen.
Ik dank God tot in het diepste van mijn hart dat ik hier zoveel vrijheid in heb mogen ontvangen. Zijn Genade en onvoorwaardelijke liefde.

Ik lees in de bijbel dat God jou ook elke dag wil voorzien van datgene wat je nodig hebt.
Daar wil ik je mee zegenen, in Christus verbonden.